Een gestructureerde beoordeling
Een gedegen uitgevoerd assessment bevat een gestructureerde manier van informatie verzamelen en beoordelen. Een veel gebruikte methode om dit te doen is de WAKKER methode. Dit staat voor:
- Waarnemen, het concrete, feitelijke gedrag van de kandidaat observeren. Wat hij/zij doet en zegt en wat hij/zij niet doet en zegt.
- Aantekeningen maken, het registreren van je waarnemingen zodat je hier altijd op kunt terugvallen.
- Kwantificeren, het koppelen van de beschreven gedragingen aan de bijbehorende competenties.
- Classificeren, het maken van een vergelijking tussen de verzamelde observaties en de verschillende niveaus van de betreffende basisvaardigheid.
- Evalueren, het op waarde inschatten van het gedrag.
- Rapporteren, ten slotte worden de conclusies opgeschreven.
De WAKKER methode voorkomt de meest voorkomende observatiefouten. Onderstaand een lijst van standaard-observatiefouten waardoor je kunt zien dat het belangrijk is voor de assessmentpsycholoog om een gestructureerde beoordeling te hanteren, er zijn immers veel standaardobservatiefouten waar weerstand tegen moet worden geboden voor een kwalitatieve objectieve observatie. Assessmentpsychologen zijn tenslotte net mensen!
Lijst van standaardmeetfouten
- De fundamentele attributiefout, hierbij wordt de invloed van de persoon op de situatie overschat en de invloed van situaties onderschat.
- Generaliseren, op basis van één eigenschap of actie wordt een uitspraak gedaan over iemands persoonlijkheid.
- Halo effect, dit is het effect dat een positieve eigenschap een te grote nadruk krijgt en ‘nastraalt’ op andere eigenschappen die als gevolg hiervan eerder positief zullen worden beoordeeld.
- Horn effect, dit is de tegenhanger van het halo effect, een negatieve eigenschap krijgt een te grote nadruk en ‘straalt na’ op andere eigenschappen die als gevolg hiervan eerder negatief zullen worden beoordeeld.
- Primacy effect, de prestaties aan het begin van de praktijksimulatie worden beter onthouden, waardoor deze een onevenredig groot aandeel vormen in de totale beoordeling.
- Recency effect, de prestaties aan het einde van de praktijksimulatie worden beter onthouden, waardoor deze een onevenredig groot aandeel vormen in de totale beoordeling.
- Stemmings effect, hierbij heeft de stemming van de assessor / beoordelaar invloed op de beoordeling. Dan ben je als deelnemer afhankelijk of de assessor met het juiste been uit bed is gestapt.
- Effect van vooroordelen, hierbij wordt de beoordeling gekleurd door vooroordelen of eerdere oordelen.
- Stereotyperingseffect, de beoordeling wordt gekleurd door kenmerken aan de deelnemer toe te wijzen waarvan de beoordelaar denkt dat die bij een bepaalde groep horen.
- Projectie effect, hierbij wordt teveel de nadruk gelegd op gemeenschappelijke eigenschappen of ervaringen (ook wel bekend als het similar-to-me effect).
- Leniency effect, de neiging om deelnemers positief te beoordelen, waarbij negatieve eigenschappen worden gerelativeerd en positieve eigenschappen nog positiever te beoordelen.
- Severity effect, de tegenhanger van het leniency effect, waarbij de assessor de neiging heeft om deelnemers negatief te beoordelen. Positieve eigenschappen zullen worden gerelativeerd en negatieve eigenschappen zullen nog negatiever worden beoordeeld.
- Afgaan op wat anderen zeggen, door af te gaan op wat anderen zeggen verdwijnt de motivatie om zelf actief voor de meest objectieve beoordeling te gaan.
- Contrast effect, door het contrast met anderen, de vergelijking met anderen worden geobserveerde verschillen tussen de deelnemers groter gemaakt dan dat ze in werkelijkheid zijn.
- Centrale tendentie effect, uit angst voor extremen, wordt gekozen voor het veilige midden.
Het zijn er dus nogal wat! Om deze reden vinden wij het onverantwoordelijk als assessoren geen gebruik maken van een gestructureerde beoordeling volgens de WAKKER-methode of een vergelijkbare methode. Helaas gebeurt het teveel, en met name bij ervaren assessmentpsychologen, dat zij denken bestand te zijn tegen de standaardobservatiefouten. Assessmentpsychologen die geen gebruik maken van de WAKKER-methode verdedigen zich ook wel eens door te stellen dat de standaardobservatiefouten realistisch zijn om mee te nemen, omdat deelnemers daar in de praktijk ook mee te maken krijgen. Dat is absoluut waar, maar dan is ons advies dat zij volgens de WAKKER-methode kunnen Waarnemen, Aantekeningen maken, Kwantificeren, Classificeren, Evalueren en Rapporteren dat de deelnemer zich op een bepaalde manier gedraagt, waardoor hij/zij vatbaar is voor standaardmeetfouten. Aan de deelnemers het advies om gebruik te maken van de standaardmeetfouten van de assessor, dus maak een goede eerste indruk, begin en eindig goed in de rollenspellen, zorg voor overeenkomsten met de assessor en zorg voor Halo pieken die doorstralen op de rest van je prestatie!